27
NL
elementaire opnamefuncties
De kwaliteit van de video
selecteren
De camcorder biedt 5 opnamemodi (niveaus van de videokwaliteit). Door
de opnamemodus te wijzigen, verandert ook de resterende opnametijd in
het geheugen. Selecteer MXP of FXP voor een betere filmkwaliteit of LP
voor een langere opnametijd.
Raadpleeg De videokwaliteit selecteren (opnamemodus) (; 45) voor
de opnametijd bij benadering.
Om de opnamemodus te selecteren moet u het menu openen. De
gekozen opnamemodus wordt ook gebruikt wanneer de camcorder is
ingesteld op de stand .
Raadpleeg Gebruik van de menu’s (; 28) voor bijzonderheden.
1
Zet de camcorder in de stand
.
1 Selecteer n. 2 Druk op P.
2
Selecteer de opnamemodus.
[FUNC.] [MENU] r [Opn. Modus]
Gewenste opnamemodus [X]
Commentaires sur ces manuels