INSTRUCTIEHANDLEIDINGCEL-SS5MA280 © CANON INC. 2012 GEDRUKT IN DE EUDeze instructiehandleiding is geldig vanaf januari 2012. Voor informatie over de c
10Inhoudsopgave121110k Genieten van films ... 259k Films afspelen...
1003 AF-functies aanpassenN: Handmatige selectie:Zone-AFDe 61 AF-punten worden in negen zones verdeeld om mee scherp te stellen.: Aut. selectie: 61-pt
1013 AF-functies aanpassenNU kunt de AF-gebiedselectiemodus en het handmatig geselecteerde AF-punt afzonderlijk instellen voor verticaal en horizontaa
1023 AF-functies aanpassenNTijdens handmatige AF-puntselectie kan de selectie bij de buitenste rand stoppen of doorgaan tot het tegenoverliggende AF-p
1033 AF-functies aanpassenNDe AF-punten en het raster in de zoeker kunnen rood oplichten als de scherpstelling is bereikt.AUTO: AutomatischDe AF-punte
104Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling is mogelijk voor opnamen met de zoeker en Live view-opnamen in de Quick-modus
1053 Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstellingN4Maak de aanpassing. Draai aan het instelwiel <5> om de aanpassing d
1063 Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstellingNU kunt de aanpassing. voor ieder objectief doorvoeren en de aanpassing in d
1073 Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstellingNVoer het serienummer in. Draai aan het instelwiel <5> om het cijfer
1083 Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstellingN4Maak de aanpassing. Draai voor een zoomlens aan het instelwiel <5> e
1093 Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstellingNWanneer [ Wis alle] onder in het scherm wordt weergegeven en u op de knop
11Inhoudsopgave131415De camera aanpassen aan uw voorkeuren 313Persoonlijke voorkeuze...3
110Soms kan er niet automatisch worden scherpgesteld (het focusbevestigingslampje <o> van de zoeker knippert dan). Dit kan onder meer voorkomen
111Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld1Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <MF>.X <4 L> wordt op het LCD-pan
112De camera heeft transportmodi voor enkele opnamen en continue opnamen.1Druk op de knop <o>. (9)2Selecteer de transportmodus. Draai aan het i
113j De zelfontspanner gebruikenGebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt.1Druk op de knop <o>. (9)2Selecteer de zelfontspanner.
114j De zelfontspanner gebruikenAls u niet door de zoeker kijkt bij het indrukken van de ontspanknop, kunt u het beste de oculairdop bevestigen (pag.
1154Opname-instellingenIn dit hoofdstuk worden functie-instellingen voor opnamen uitgelegd: opnamekwaliteit, ISO-snelheid, beeldstijl, witbalans, Auto
116Indien er reeds een CF-kaart of een SD-kaart is geplaatst, kunt u beginnen met fotograferen. Wanneer er slechts één kaart is geplaatst, zijn de pro
1173 Kaart selecteren voor opname en weergave StandaardDe opnamen worden opgeslagen op de kaart die met [Opn./weerg.] is geselecteerd. Auto. kaartwi
1183 Kaart selecteren voor opname en weergaveIndien [Opn.functie] is ingesteld op [Standaard] of [Auto. kaartwissel], selecteert u de kaart voor de op
119U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn acht JPEG-instellingen voor opnamekwaliteit: 73, 83, 74, 84, 7a, 8a, b, c. Er zij
12Voeding De batterij opladen Î pag. 28 Batterijniveau Î pag. 35 BatterijgegevenscontroleÎ pag. 338 Stopcontact Î pag. 342 Automatisch uitschakelenÎ p
1203 De opnamekwaliteit instellenVoorbeelden van de instelling voor opnamekwaliteitAlleen 7361 + 741 + 73Alleen 1 Als [–] is ingesteld voor zowel RAW
1213 De opnamekwaliteit instellenRichtlijnen voor het instellen van de opnamekwaliteit (benadering)*1: b is geschikt voor het weergeven van opnamen in
1223 De opnamekwaliteit instellenRAW-opname is de uitvoer van onbewerkte gegevens die afkomstig zijn van de beeldsensor en zijn omgezet in digitale ge
1233 De opnamekwaliteit instellenMet aangepaste bediening kunt u de opnamekwaliteit toewijzen aan de knop <B> of de knop voor scherptedieptecont
124Stel de ISO-snelheid (lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. Wanneer de <A>-modus is g
125i: De ISO-snelheid instellenNAls u de ISO-snelheid instelt op 'A' (auto), wordt de werkelijk in te stellen ISO-snelheid weergegeven wanne
126i: De ISO-snelheid instellenNU kunt het ISO-snelheidsbereik handmatig instellen (er zijn minimum- en maximumlimieten). U kunt de minimumlimiet tuss
127i: De ISO-snelheid instellenNU kunt het automatische ISO-snelheidsbereik voor Auto ISO tussen ISO 100 en 25600 instellen. U kunt de minimumlimiet i
128i: De ISO-snelheid instellenNWanneer Auto ISO is ingesteld, kunt u de minimale sluitertijd instellen (1/250 sec. tot 1 sec.) zodat de automatisch i
129Door een beeldstijl te selecteren, kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen.De beeldstijl i
13Functie-index Correctie chromatische afwijking Î pag. 148 Kleurruimte Î pag. 158Opnamen maken Opnamemodus Î pag. 24 HDR Î pag. 173 Meerdere opnamen
130A Een beeldstijl selecterenND AutomatischDe kleurtoon wordt automatisch aangepast aan de omstandigheden. In natuur- en buitenopnamen en opnamen van
131A Een beeldstijl selecterenNV MonochroomVoor zwart-witopnamen.W Gebruiker 1-3U kunt een standaardstijl, zoals [Portret], [Landschap], een beeldstij
132U kunt de beeldstijl naar wens aanpassen door afzonderlijke parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast]. Maak proefopnamen om het
133A Een beeldstijl aanpassenN5Stel de parameter in. Draai aan het instelwiel <5> om de parameter naar wens in te stellen en druk vervolgens op
134A Een beeldstijl aanpassenNVoor Monochroom kunt u naast [Scherpte] en [Contrast] (zoals op de vorige pagina is beschreven) ook [Filtereffect] en [T
135U kunt een basisbeeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen
136A Een beeldstijl vastleggenN6Selecteer een parameter. Draai aan het instelwiel <5> om een parameter te selecteren, bijvoorbeeld [Scherpte] e
137Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans wor
138B: De witbalans instellenNDe handmatige witbalans wordt gebruikt om voor een specifieke lichtbron handmatig de witbalans in te stellen en zo de nau
139B: De witbalans instellenNU kunt de kleurtemperatuur voor de witbalans numeriek instellen in graden Kelvin. Deze instelling is voor geavanceerde ge
14Omgaan met de camera Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken. De camera is
140U kunt de ingestelde witbalans corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuur
141u WitbalanscorrectieNHet is mogelijk om met één opname tegelijkertijd drie opnamen met een verschillende kleurbalans op te slaan. De opname wordt n
142Als de opname te donker wordt of als het contrast te laag is, kunnen de helderheid en het contrast van de opname automatisch worden verbeterd. Deze
143Deze functie vermindert de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral effect
1443 Instellingen voor ruisreductieNRuisreductie wordt uitgevoerd bij alle belichtingstijden van 1 seconde of langer.1Selecteer [Ruisred. lange sluite
1453 Instellingen voor ruisreductieN Bij instellingen [Auto] en [Inschakelen] duurt het reduceren van ruis na het maken van de opname ongeveer even l
146U kunt overbelichting van lichte gebieden minimaliseren.1Selecteer [Lichte tonen prioriteit]. Selecteer op het tabblad [z3] [Lichte tonen priorite
147Lichtafval (vignettering) treedt op bij objectieven die door hun bouw de hoeken van de opname donkerder maken. Kleurschifting langs de randen van e
1483 Correctie helderheid randen/Chromatische correctie1Selecteer de instelling. Controleer of [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven voor
1493 Correctie helderheid randen/Chromatische correctieDe camera bevat reeds correctiegegevens voor lichtafval en chromatische aberratie voor ongeveer
15Tips en waarschuwingen voor het gebruikLCD-paneel en LCD-scherm Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99
150U kunt naar wens mappen maken en selecteren waarin de gemaakte opnamen worden opgeslagen.Dit is niet verplicht aangezien automatisch een map wordt
1513 Een map maken en selecteren Open het scherm Selecteer map, draai aan het instelwiel <5> om de gewenste map te selecteren en druk vervolgen
152De bestandsnaam bestaat uit vier alfanumerieke tekens gevolgd door een viercijferig opnamenummer (pag. 154) en de extensie. De eerste vier alfanume
1533 De bestandsnaam wijzigen 4Verlaat de instelling. Voer het vereiste aantal alfanumerieke tekens in en druk vervolgens op de knop <M>.X De n
154Het viercijferige bestandsnummer is te vergelijken met het beeldnummer op een fotorolletje. De opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers van 00
1553 Methoden voor bestandsnummeringDe bestandsnummering begint elke keer opnieuw bij 0001 nadat de kaart is vervangen of een nieuwe map is gemaakt.Wa
156Wanneer u de copyrightinformatie instelt, wordt deze als Exif-informatie aan de opname toegevoegd.1Selecteer [Copyrightinformatie]. Selecteer op h
1573 Copyrightinformatie instellenNWanneer u bij stap 2 op de vorige pagina [Geef copyrightinfo weer] selecteert, kunt u de ingevoerde gegevens voor [
158Het bereik van reproduceerbare kleuren wordt 'kleurruimte' genoemd. Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op sRGB
1595Geavanceerde functiesIn de opnamemodi d/s/f/a/F kunt u de sluitertijd, het diafragma en andere camera-instellingen selecteren om de belichting te
16Verkorte handleiding1Plaats de batterij (pag. 30). Ga voor meer informatie over het opladen van de batterij naar pagina 28.2Plaat een kaart (pag. 31
160De camera stelt automatisch de sluitertijd en het diafragma in die het beste passen bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-programma.* &l
161d: AE-programma Wanneer de sluitertijd '30"' en het maximale diafragma knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-
162In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch het diafragma in om de standaardbelichting te verkrijgen die bij de helderhe
163s: AE met sluitervoorkeur Als de maximumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een lang
164In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die past b
165f: AE met diafragmavoorkeurDe diafragmaopening verandert alleen op het moment dat er een opname wordt gemaakt. Voor de rest blijft het diafragma op
166In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebrui
167q De meetmethode selecterenN1Druk op de knop <n>. (9)2Selecteer de meetmethode. Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instel
168q De meetmethode selecterenNr SpotmetingHiermee kunt u een lichtmeting uitvoeren voor een specifiek gedeelte van het onderwerp. De meting wordt uit
169Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (kortere
17Verkorte handleiding6Houd de knop in het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt terwijl u het wiel instelt op <A> (Automatisch/scène) (pa
170Als de sluitertijd of het diafragma automatisch wordt gewijzigd, wordt het belichtingsniveau voor drie opeenvolgende opnamen gewijzigd tot ongeveer
171Gebruik AE-vergrendeling wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied, of wanneer u meerdere foto's wilt
172Als bulb is ingesteld, blijft de sluiter open zolang u de ontspanknop volledig ingedrukt houdt. Zodra u de ontspanknop loslaat, gaat de sluiter dic
173U kunt artistieke foto's met een hoog dynamisch bereik (High Dynamic Range, afgekort HDR) maken, waarbij de details in hoge lichten en schaduw
174w: HDR-opnamen makenNOver effecten NatuurlijkVoor opnamen met een breed kleurtoonbereik waarbij details in hoge lichten en schaduwen anders verlor
175w: HDR-opnamen makenN5Stel [Continue HDR] in. Selecteer [1 opname] of [Elke opname] en druk vervolgens op <0>. Met [1 opname ] wordt het make
176w: HDR-opnamen makenN U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Voor het maken van opnamen vanuit de hand wordt een korte sluitertijd aanbevole
177U kunt twee tot negen opnamen met verschillende belichtingen laten samenvoegen tot één opname. Als u in de Live view-modus (pag. 197) opnamen met m
178P Meerdere opnamenN4Stel [Meerdere opn] in. Selecteer de gewenste methode voor de meervoudige belichting en druk op <0>. AdditiefIedere afz
179P Meerdere opnamenN6Stel in welke opnamen er moeten worden opgeslagen. Als u alle afzonderlijke opnamen en de samengevoegde opname met meervoudige
18Namen van onderdelenObjectiefbevestigingsmarkering (pag. 39)Greep (batterij-compartiment)Aansluitpunt voorDC-koppelingskabel (pag. 342)Sensor vanafs
180P Meerdere opnamenN9 Maak de volgende opnamen.X Wanneer [Aan:Fnc/bed] is ingesteld, wordt de samengevoegde opname met meervoudige belichting weerge
181P Meerdere opnamenNU kunt een opname die is vastgelegd op de kaart selecteren als de eerste afzonderlijke opname. Het origineel van de geselecteerd
182P Meerdere opnamenNWanneer [Aan:Fnc/bed] is ingesteld en u nog niet het ingestelde aantal opnamen hebt gemaakt, kunt u op de knop <x> drukken
183P Meerdere opnamenN Zijn er beperkingen ten aanzien van de opnamekwaliteit?Alle instellingen voor opnamekwaliteit kunnen worden geselecteerd voor
184Hoewel het gebruik van de zelfontspanner of afstandsbediening bewegingsonscherpte kan voorkomen, kan het bij gebruik van een superteleobjectief of
185Als u de zelfontspanner gebruikt of bulb-opnamen maakt en niet door de zoeker kijkt, kan het zijn dat er licht in de zoeker valt waardoor de opname
186Met de afstandsbediening RC-6 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u opnamen maken tot op een afstand van circa 5 meter van de camera. U kunt de opname
1876Opnamen maken metde flitserIn dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u opnamen kunt maken met een EOS-Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk verkrijg
188Met een Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk verkrijgbaar) is flitsfotografie net zo eenvoudig als het maken van normale opnamen.Raadpleeg de in
189D Flitsfotografie Wanneer Speedlites uit de EZ-, E-, EG-, ML- en TL-serie worden ingesteld op de automatische A-TTL- of TTL-flitsmodus, werkt de f
19Namen van onderdelen<Y> IN-aansluiting externe microfoon (pag. 235)<D> HDMI mini OUT-aansluiting (pag. 268)<F> Aansluiting afstand
190D Flitsfotografie De camera werkt mogelijk niet goed als deze wordt gebruikt in combinatie met een flitser of flitsaccessoire van een ander merk.
191Bij gebruik van een Speedlite uit de EX-serie die compatibel is met de flitsfunctie-instellingen, kunt u het menuscherm van de camera gebruiken om
1923 De flitser instellenNU kunt de flitssynchronisatiesnelheid voor flitsfotografie instellen in de modus AE met diafragmavoorkeur (f). : Automatisc
1933 De flitser instellenNOp het scherm kunnen de instelbare en de weergegeven items verschillen, afhankelijk van de Speedlite, de huidige flitsmodus,
1943 De flitser instellenN Draadloze functiesHet is mogelijk om via radio- of optische transmissie draadloos (meerdere keren) te flitsen. Zie de inst
1953 De flitser instellenN FlitsbelichtingscompensatieDezelfde instelling als voor flitsbelichtingscompensatie op pagina 188 kan worden gebruikt.Raad
1963 De flitser instellenNZie de instructiehandleiding van de Speedlite voor meer informatie over de persoonlijke voorkeuze-instellingen van de Speedl
1977Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen)U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Dit
1981Zet de schakelaar voor Live view-opnamen/filmopnamen op <A>.2Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>.X Het Live view-beeld
199A Opnamen maken met het LCD-schermStel [z4: Live view-opname.] in op [Inschakelen].In de modus <A> wordt dit weergegeven onder [z2].Gebruiksd
2De EOS 5D Mark III is een hoogwaardige digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige full-frame CMOS-sensor (d.w.z. kleinbeeldformaat, cir
20Namen van onderdelenStatiefbevestigingspuntKlepje batterij-compartiment (pag. 30)Ontgrendelknop batterijcompartiment(pag. 30)<9> Multifunction
200A Opnamen maken met het LCD-scherm Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd.Het informatiedisplayISO-snelhe
201A Opnamen maken met het LCD-schermBij de simulatie van de definitieve opname worden de effecten van de beeldstijl, witbalans enzovoort in de Live v
202Wanneer de Live view-opname wordt weergegeven en u op de knop <m>, <o>, <n>, <S> of <b> drukt, wordt het scherm met i
203In dit gedeelte worden de instellingen besproken die specifiek zijn voor Live view-opnamen. De menuopties op het tabblad [z4] worden besproken op p
2043 Menufunctie-instellingen Aspect ratioNDe beeldverhouding (aspect ratio) van de opname kan worden ingesteld op [3:2], [4:3], [16:9] of [1:1]. Het
2053 Menufunctie-instellingen Bel.simulatieNBelichtingssimulatie toont en simuleert hoe licht de daadwerkelijke opname (belichting) zal zijn.• Inscha
2063 Menufunctie-instellingen Stille LV-opnameN• Modus 1Het geluid van de camera is zachter dan bij normale opname. Het is ook mogelijk om continu op
207De beschikbare AF-modi zijn [Live-modus], [u Live-modus] (met gezichtsherkenning, pag. 208) en [Quick-modus] (pag. 212).Wanneer u nauwkeurig wilt s
208Automatisch scherpstellen3Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in.X Als de scherpstelling
209Automatisch scherpstellen2Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het gezicht dat door het
21Namen van onderdelenLCD-paneelAlleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.<0> Monochroomopnamen (pag. 131)AF-modus
210Automatisch scherpstellenAutomatisch scherpstellen Het duurt iets langer om scherp te stellen. Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaal
211Automatisch scherpstellenOpnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherp gesteld Onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe lucht en
212Automatisch scherpstellenDe speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF (pag. 70) op dezelfde manier scherp te stellen als bij het
213Automatisch scherpstellen3Selecteer het AF-punt. De AF-puntselectie verschuift in de richting waarin u <9> duwt. Als u <9> helemaal na
214U kunt de opname vergroten en handmatig nauwkeurig scherpstellen.1Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <MF>. Draai de focusri
215Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamenBeeldkwaliteit Wanneer u opnamen maakt met hoge ISO-snelheden, kan er ruis (lichte puntjes, str
216Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamenLive view-opname Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live view-beeld mogelijk niet
2178FilmopnamenU kunt filmopnamen inschakelen door de schakelaar voor Live view-opnamen/filmopnamen op <k> te zetten. De opname-indeling voor fi
218Wanneer de opnamemodus is ingesteld op <A>, <d> of <F>, schakelt de camera over op automatische belichting die geschikt is voor d
219k FilmopnamenWanneer de opnamemodus is ingesteld op <s>, kunt u de sluitertijd handmatig instellen voor filmopname. De ISO-snelheid en het di
22Namen van onderdelen<g> ISO-snelheid(pag. 124)Meetmethode (pag. 167)q Meervlaks metingw Deelmetingr Spotmetinge Gemiddelde meting met nadruk
220k FilmopnamenWanneer de opnamemodus is ingesteld op <f>, kunt u het diafragma handmatig instellen voor filmopname. De ISO-snelheid en de slui
221k FilmopnamenISO-snelheid in modus A In modus A wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld op een waarde tussen ISO 100 en 12800.ISO-snelheid in
222k FilmopnamenOpmerkingen voor automatische belichting, AE met sluiterprioriteit en AE met diafragmaprioriteitBij filmopnamen in de modi A, d, s, f
223k FilmopnamenU kunt de sluitertijd, het diafragma en de ISO-snelheid voor filmopnamen handmatig instellen. Het handmatig instellen van de belichtin
224k FilmopnamenDe ISO-snelheid tijdens opnamen met handmatige belichting Met [Auto] (A) wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld op een waarde tu
225k Filmopnamen Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd.* Heeft betrekking op één filmclip.Opname-informatie
226k FilmopnamenOpmerkingen over filmopnamen De camera kan niet ononderbroken automatisch scherpstellen zoals een camcorder. Richt het objectief tijde
227k FilmopnamenOpmerkingen over filmopnamenDe simulatie van de definitieve opname is een functie waarmee u de effecten van de beeldstijl, witbalans e
228k FilmopnamenTijdens het maken van filmopnamen kunt u nog altijd foto's maken door de ontspanknop volledig in te drukken.Foto's maken tij
229k Filmopnamen AEB kan niet worden gebruikt. Zelfs wanneer er een externe Speedlite wordt gebruikt, zal deze niet flitsen. Het is mogelijk om con
23Namen van onderdelenZoekerinformatie:Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.<S> Eén punt AF<O> Spot-AF (
230Indien u op de knop <o>, <n>, <m>, <S> of <b> drukt terwijl de opname op het LCD-scherm wordt weergegeven, verschijnt
231Met [z4: Movie-opn.formaat] kunt u het filmformaat, framesnelheid per seconde en de compressiemethode instellen. De framesnelheid wisselt automatis
2323 Het filmopnameformaat instellen Informatie over films die groter zijn dan 4 GBZelfs wanneer u een film opneemt die groter is dan 4 GB, kunt u zo
2333 Het filmopnameformaat instellen Een stijging van de interne temperatuur van de camera kan ertoe leiden dat de filmopname wordt gestopt voordat d
234U kunt films opnemen terwijl u geluid opneemt met de ingebouwde monomicrofoon of een in de handel verkrijgbare stereomicrofoon. U kunt het geluidso
2353 De geluidsopname instellen De microfoon gebruikenDe ingebouwde microfoon neemt geluid in mono op. Opname in stereogeluid is mogelijk door een ex
236Deze functie is handig wanneer u de ISO-snelheid, het geluidsopnameniveau, enzovoort, tijdens een filmopname wilt instellen zonder geluid te maken.
237De tijdcode is een tijdreferentie die automatisch wordt opgenomen om de videobeelden en het geluid te synchroniseren tijdens filmopname. De tijdcod
2383 De tijdcode instellenU kunt selecteren wat u wilt weergeven op het filmweergavescherm.[Opn.tijd] : Geeft de opnametijd en weergavetijd weer tijde
239[z4] MenuWanneer de schakelaar voor Live view-opnamen/filmopnamen is ingesteld op <k>, worden de tabbladen [z4] en [z5] voor filmopname weerg
24Namen van onderdelenProgrammakeuzewielDraai aan het programmakeuzewiel terwijl u de knop in het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt houdt (v
2403 Menufunctie-instellingen Stille LV-opnameNDeze functie is van toepassing op het maken van foto's. Raadpleeg pagina 206 voor meer informatie
241Aandachtspunten voor filmopnamenWitte <s> en rode <E> waarschuwingspictogrammen voor interne temperatuur Indien de interne temperatuur
242Aandachtspunten voor filmopnamenOpname- en beeldkwaliteit Als u een kaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, wordt tijdens filmopnamen rechts
2439Opnamen weergevenDit hoofdstuk bevat informatie over hoe u foto's en films kunt weergeven en wissen, opnamen kunt weergeven op een tv-scherm
2441Geef de opname weer. Druk op de knop <x>.X De laatst gemaakte of laatst weergegeven opname wordt weergegeven.2Selecteer een opname. Als u
245x Opnamen weergeven3Beëindig de opnameweergave. Druk op de knop <x> om de opnameweergave te beëindigen en om meteen weer opnamen te kunnen m
246* Wanneer u opnamen maakt met beeldkwaliteit RAW+JPEG, wordt de grootte van het RAW-beeldbestand weergegeven.* Tijdens het maken van opnamen met fl
247B: Weergave met opname-informatie OverbelichtingswaarschuwingWanneer [33: Overbel. waarsch.] is ingesteld op [Inschakelen], knipperen de overbelic
248B: Weergave met opname-informatie Het histogramHet helderheidshistogram toont de verdeling van het belichtings-niveau en de algehele helderheid. H
249In de indexweergave kunt u snel naar opnamen zoeken, waarbij u vier of negen opnamen per scherm te zien krijgt.1Druk op de knop <u>. Druk ti
25Namen van onderdelenEF 24-105mm f/4L IS USM-objectiefFocusinstellingsknop (pag. 39)Bevestigingspunt zonnekap (pag. 41)Filteraansluiting van 77 mm (v
250x Snel opnamen zoekenIn de weergave van één opname kunt u aan het instelwiel <6> draaien om snel vooruit of achteruit door de opnamen te blad
251Opnamen kunnen op het LCD-scherm 1,5x tot 10x worden uitvergroot.1Vergroot de opname. Opnamen kunnen tijdens de weergave worden uitvergroot (weerga
252u Vergrote weergaveWanneer u op het tabblad [33] de optie [Vergroting (ca.)] selecteert, kunt u het punt van waaruit wordt vergroot en het startpun
253U kunt twee opnamen naast elkaar op het LCD-scherm weergeven.1Stel de weergave van twee opnamen in. Druk tijdens de opnameweergave op de knop <
254U kunt de weergegeven opname in de gewenste positie draaien.1Selecteer [Beeld roteren]. Selecteer [Beeld roteren] op het tabblad [31] en druk verv
255U kunt opnamen en films classificeren met een van vijf classificaties: l/m/n/o/p. Deze functie heet Classificatie.1Selecteer een opname of een film
256Classificaties instellen2Selecteer een opname of een film. Draai aan het instelwiel <5> om de opname of film te selecteren die u wilt classi
257U kunt tijdens de weergave op de knop <Q> drukken om de volgende opties in te stellen: [K: Beveilig beelden], [b: Beeld roteren], [9: Classif
258Q Snel instellen tijdens weergaveAls u een opname wilt roteren, stelt u [51: Auto. roteren] in op [AanzD]. Als [51: Auto. roteren] is ingesteld op
259U kunt films op de volgende drie manieren afspelen:Gebruik de meegeleverde AV-kabel of een HDMI-kabel HTC-100 (afzonderlijk verkrijgbaar) om de cam
26Namen van onderdelenBatterijoplader LC-E6Lader voor batterij LP-E6 (pag. 28). Batterijoplader LC-E6ELader voor batterij LP-E6 (pag. 28).Batterijcomp
260k Genieten van filmsDe filmbestanden die zich op de kaart bevinden, kunnen naar een computer worden overgebracht en dan worden afgespeeld met Image
2611Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om opnamen weer te geven.2Selecteer een film. Draai aan het instelwiel <5> om de film te se
262k Films afspelenFunctie Beschrijving van weergave2 Afsluiten Hiermee keert u terug naar de weergave van één opname.7 AfspelenDoor op <0> te d
263U kunt de eerste en laatste beelden van een film bewerken in tussenstappen van 1 seconde.1Selecteer [X] in het filmweergavescherm.X Het paneel voor
264X De eerste en laatste beelden van de film bewerken4Sla de film op. Selecteer [W] en druk vervolgens op <0>.X Het scherm Opslaan wordt weerg
265U kunt de opnamen die zich op de kaart bevinden, weergeven als een automatische diavoorstelling.1Selecteer [Diavoorstelling]. Selecteer [Diavoorst
2663 Diavoorstelling (automatische weergave)3Stel de weergavetijd en de optie voor herhalen in. Draai aan het instelwiel <5> om [Stel in] te se
2673 Diavoorstelling (automatische weergave)4Start de diavoorstelling. Draai aan het instelwiel <5> om [Start] te selecteren en druk vervolgens
268U kunt de foto's en films ook weergeven op een tv.Hiervoor hebt u de HDMI-kabel HTC-100 (afzonderlijk verkrijgbaar) nodig.1Sluit de HDMI-kabel
269Opnamen op de tv bekijken5Druk op de knop <x>.X De opname wordt op het tv-scherm weergegeven. (Het LCD-scherm van de camera blijft leeg.) De
271Aan de slagIn dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd.De riem bevestigenHaal het uiteinde van d
270Opnamen op de tv bekijken2Sluit de camera aan op een tv. Gebruik een HDMI-kabel om de camera aan te sluiten op de tv.XDe invoer van de tv wordt au
271Opnamen op de tv bekijken1Sluit de meegeleverde AV-kabel aan op de camera. Sluit de stekker met het <Canon>-logo naar de achterzijde van de
272Door opnamen te beveiligen, voorkomt u dat deze per ongeluk worden verwijderd.1Selecteer [Beveilig beelden]. Selecteer [Beveilig beelden] op het t
273K Opnamen beveiligenU kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk beveiligen.Wanneer het menu [31: Beveilig beelden] is ingesteld
274Opnamen die zich op een geheugenkaart bevinden, kunnen naar een andere geheugenkaart worden gekopieerd.1Selecteer [Beeldkopie]. Selecteer [Beeldko
275a Opnamen kopiëren 4Selecteer de opnamen die u wilt kopiëren. Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste opname te selecteren en druk vervo
276a Opnamen kopiëren8Selecteer [OK]. Controleer de kopieerbron en de gegevens op de kaart. Draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren
277U kunt opnamen één voor één of in een batch selecteren en wissen. Beveiligde opnamen (pag. 272) worden niet gewist.Als een opname eenmaal is gewist
278L Opnamen wissen2Selecteer [Selecteer en wis beelden]. Selecteer [Selecteer en wis beelden] en druk vervolgens op <0>.X De opnamen worden wee
279De helderheid van het LCD-scherm wordt automatisch aangepast voor een optimale weergave. U kunt het helderheidsniveau van de automatische aanpassin
281Verwijder het beschermdeksel. Verwijder het beschermdeksel van de batterij.2Plaats de batterij. Plaats de batterij op de juiste manier in de oplad
280De instellingen voor het weergeven van opnamen wijzigenVerticale opnamen worden automatisch gedraaid, zodat ze verticaal in plaats van horizontaal
28110Opnamen naverwerkenU kunt RAW-opnamen met de camera verwerken en het formaat van JPEG-opnamen wijzigen (verkleinen). Het pictogram M rechtsboven
282U kunt 1-bestanden verwerken met de camera en ze opslaan als JPEG-bestanden. Ook al verandert het RAW-bestand zelf niet, u kunt het RAW-bestand toc
283R RAW-opnamen met de camera verwerkenNHet instellingenscherm weergeven Druk op <0> om het instellingenscherm weer te geven. Draai aan het in
284R RAW-opnamen met de camera verwerkenN Helderheid aanpassenU kunt de helderheid van de opname aanpassen met maximaal ±1 stop in stappen van 1/3-s
285R RAW-opnamen met de camera verwerkenN Kleurruimte (pag. 158)U kunt sRGB of Adobe RGB selecteren. Omdat het LCD-scherm van de camera niet compati
286R RAW-opnamen met de camera verwerkenN Chromatische correctieWanneer deze optie is ingesteld op [Inschakelen], kan lensaberratie (kleurranden lan
287U kunt het formaat van een opname wijzigen om het aantal pixels te reduceren en u kunt de opname vervolgens als nieuw bestand opslaan. Het is allee
288S Wijzig formaatOpties voor wijziging formaat op basis van het originele beeldformaatHet beeldformaat dat wordt weergegeven in stap 3 op de voorgaa
28911SensorreinigingDe voorzijde van de beeldsensor (low-pass-filter) beschikt over een zelfreinigende sensor die automatisch stof verwijdert. Ook kun
29De batterij opladen Bij aankoop is de batterij niet volledig opgeladen.Laad de batterij voor gebruik op. Het verdient aanbeveling om de batterij op
290Als u de aan-uitschakelaar op <1> of <2> zet, verwijdert de zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de sensor.
291De zelfreinigende sensor zal gewoonlijk ervoor zorgen dat er nauwelijks stof zichtbaar is op opnamen. Als er echter zichtbaar stof achterblijft, ku
2923 Stofwisdata toevoegenN3Fotografeer een effen wit object. Vul de zoeker op een afstand van 20-30 cm met een effen wit object zonder patroon en maa
293Stof dat na de automatische sensorreiniging is achtergebleven, kunt u handmatig verwijderen met een blaasbuisje of een vergelijkbaar hulpmiddel. Ha
2943 Handmatige sensorreinigingN Tijdens het reinigen van de sensor moet u geen van de onderstaande handelingen verrichten. Wanneer u dit wel doet, w
29512Opnamen afdrukken enoverbrengen naar een computer Afdrukken (pag. 298)U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een printer en de opnamen op d
296De procedure voor rechtstreeks afdrukken kan volledig via het LCD-scherm van de camera worden uitgevoerd.1Zet de aan-uitschakelaar van de camera op
297Het afdrukken voorbereiden6Geef de opname weer. Druk op de knop <x>.X De opname wordt weergegeven en het pictogram <w> dat in de linke
298De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer verschillen. Bepaalde instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructi
299wAfdrukken Selecteer het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>.X Het scherm met papiertypen wordt w
3Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.*Batteri
30Plaats een volledig opgeladen LP-E6-batterij in de camera. De zoeker van de camera wordt verlicht zodra een batterij is geplaatst en wordt donker wa
300wAfdrukken4Stel de afdrukeffecten in. Geef de instellingen op, indien gewenst. Als u geen afdrukeffecten wilt instellen, gaat u naar stap 5. De sc
301wAfdrukken5Stel het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. Geef de instellingen op, indien gewenst. Selecteer <I> en druk vervolgen
302wAfdrukkenSelecteer het afdrukeffect zoals beschreven bij stap 4 op pagina 300. Druk op de knop <B> wanneer naast <z> het pictogram <
303wAfdrukkenU kunt de opname bijsnijden en alleen het bijgesneden gedeelte afdrukken, net alsof de compositie opnieuw is bepaald.Stel de opties voor
304wAfdrukken Afhankelijk van de printer wordt het bijgesneden gedeelte van de opname mogelijk niet afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De afgedrukte
305U kunt het afdruktype instellen en aangeven of ook de datum en het bestandsnummer moeten worden afgedrukt. De afdrukinstellingen worden toegepast o
306W Digital Print Order Format (DPOF)4 Verlaat de instelling. Druk op de knop <M>.X Het scherm met afdrukopties verschijnt weer. Kies vervolg
307W Digital Print Order Format (DPOF) Sel.beeldSelecteer een voor een opnamen en voeg ze aan de afdruktaak toe.Als u op de knop <u> drukt en h
308Met een PictBridge-printer kunt u opnamen eenvoudig met DPOF afdrukken.1 Bereid het afdrukken voor. Zie pagina 296. Volg de procedure 'De cam
309U kunt de camera op een pc aansluiten en opnamen die zich op de kaart bevinden vanuit de camera naar de pc overbrengen. Dit wordt een rechtstreekse
31U kunt in de camera zowel een CF-kaart als een SD-kaart gebruiken. Opnamen kunnen worden opgeslagen als er ten minste één kaart in de camera is gepl
310d Opnamen overbrengen naar een computer3Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <1>. Wanneer op de pc een scherm verschijnt waarin u het p
311d Opnamen overbrengen naar een computer Sel.beeld1Selecteer [Beeldoverdracht]. Selecteer [Beeldoverdracht] op het tabblad [32] en druk vervolgens
312d Opnamen overbrengen naar een computer5Verzend het beeld. Controleer of het eerste scherm van EOS Utility op het computerscherm wordt weergegeven.
31313De camera aanpassenaan uw voorkeurenU kunt verschillende camerafuncties aanpassen aan uw opnamevoorkeuren met behulp van persoonlijke voorkeuzen.
314Als u [84: Wis pers. voorkeuze (C.Fn)] selecteert, worden alle persoonlijke voorkeuzen gewist.3 Persoonlijke voorkeuzeNC.Fn1: Exposure (Belichting)
315Op het tabblad [8] kunt u een aantal camerafuncties aan uw opnamevoorkeuren aanpassen. Instellingen die afwijken van de standaardinstelling worden
3163 Persoonlijke voorkeuze-instellingenNBracketingvolgordeDe volgorde van de opnamereeks voor AEB en WB-BKT kan worden gewijzigd.0-+: 0, -, +-0+: -,
3173 Persoonlijke voorkeuze-instellingenNVeiligheidsshiftOFF: UitschakelenTv/Av: Sluitertijd/diafragmaDit werkt in de modi AE met sluitervoork. (s) en
3183 Persoonlijke voorkeuze-instellingenNC.Fn2: Display/Operation (Weergave/bediening)Waarschuwingen z in zoekerWanneer een van de volgende functies i
3193 Persoonlijke voorkeuze-instellingenNWielrichting bij tv/AV Normaal Omgekeerde richtingU kunt de richting omkeren waarin u het instelwiel moet dra
32De kaart plaatsen en verwijderen3Sluit het klepje. Sluit het klepje en schuif het in de richting van de pijlen totdat het dichtklikt.X Als u de aan
3203 Persoonlijke voorkeuze-instellingenNC.Fn3: Others (Overig)Voeg bijsnijdinformatie toeAls u bijsnijdinformatie opgeeft, worden op de Live view-opn
321U kunt veelgebruikte functies naar wens toewijzen aan cameraknoppen of instelwielen.1Selecteer [82: Aangepaste bediening]. Selecteer [Aangepaste b
32282: Aangepaste bedieningToewijsbare functies voor knoppen/wielen op de cameraFunctiePaginaMeten en AF-start 324 k k*1k*1AF-stop325kkNaar ingestelde
32382: Aangepaste bediening* De AF-stopknop ( ) is alleen aanwezig op IS-superteleobjectieven.*kkkk*2k*2k kk*3k*3k k*4kkkk k kk kkkkkk kk*5k*5k*5k*5kk
32482: Aangepaste bedieningWanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, worden de meting en de AF uitgevoerd.*1: Als u de functie [M
32582: Aangepaste bedieningDe AF stopt wanneer u de knop die aan deze functie is toegewezen ingedrukt houdt. Dit is handig wanneer u de focus wilt ver
32682: Aangepaste bedieningWanneer u tijdens een meting op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, gaat de camera naar het AF-punt dat is in
32782: Aangepaste bedieningWanneer u bij fotografie met flits op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, wordt er voorgeflitst en wordt de v
32882: Aangepaste bedieningWanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, schakelt u meteen over op de ingestelde opnamekwaliteit. De
32982: Aangepaste bedieningWanneer u op de knop voor scherptedieptecontrole drukt, wordt het diafragma verkleind en kunt u de scherptediepte controler
33De kaart plaatsen en verwijderen1Open het klepje. Zet de aan-uitschakelaar op <2>. Controleer of de lees-/schrijfindicator uit is en open ve
33082: Aangepaste bedieningWanneer u op <0> drukt, wordt het menu op het LCD-scherm weergegeven.Wanneer u op <0> drukt, worden de opnamen
331Op het tabblad My Menu kunt u tot zes menuopties en persoonlijke voorkeuzen vastleggen waarvan u de instellingen regelmatig wijzigt.1Selecteer [My
332U kunt de huidige camera-instellingen, zoals de opnamemodus, menu-functies en persoonlijke voorkeuzen, onder de stand <w>, <x> en <y
333w Aangepaste opnamemodi instellenN OpnamefunctiesOpnamemodus + belichtingsinstelling, ISO-snelheid, AF-modus, AF-gebiedselectiemodus, AF-punt, Mee
334w Aangepaste opnamemodi instellenN[x2] Diavoorstelling, Spring met 6[x3] Overbel. waarsch., AF-puntweergave, Weergaveraster, Histogramweergave, Mov
33514ReferentieDit hoofdstuk biedt referentie voor camerafuncties, systeemaccessoires, enzovoort.
336Als u op de knop <B> drukt wanneer de camera gereed is om opnamen te maken, kunt u [Geeft camera-inst. weer], [Digitale horizon] (pag. 60) en
337B-knopfuncties Als u op de knop <Q> drukt, wordt Snel instellen ingeschakeld voor de opname-instellingen (pag. 49). Als u op de knop <m&g
338U kunt de status van de batterij controleren op het LCD-scherm. Elke LP-E6-batterij heeft een uniek serienummer en u kunt meerdere batterijen regis
3393 De batterijgegevens controlerenU kunt maximaal zes LP-E6-batterijen registreren in de camera. Als u meerdere batterijen wilt registreren in de ca
34Als na het aanzetten van de camera het scherm met datum-/tijd-/zone-instelling wordt weergegeven, raadpleeg dan pagina 36 voor het instellen van de
3403 De batterijgegevens controlerenHet is handig om een etiket met het serienummer op alle geregistreerde LP-E6-batterijen te plakken.1Schrijf het se
3413 De batterijgegevens controlerenU kunt nagaan wat de resterende capaciteit van een batterij is (zelfs wanneer deze zich niet in de camera bevindt)
342Met de AC-adapterset ACK-E6 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact en hoeft u het resterende batterijniv
343De batterij voor datum/tijd (reservebatterij) houdt de datum en tijd van de camera bij. Deze batterij heeft een levensduur van ongeveer 5 jaar. Als
344Met een in de handel verkrijgbare en reeds geconfigureerde Eye-Fi-kaart kunt u opnamen automatisch overbrengen naar een pc of uploaden naar een onl
345Eye-Fi-kaarten gebruiken5Controleer de instelling [Toegangspunt SSID:]. Controleer of een toegangspunt wordt weer-gegeven voor [Toegangspunt SSID:]
346o: automatisch ingesteld k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen/uitgeschakeld*1: Het pictogram z geeft aan dat er foto's worden
347Beschikbare functies per opnamemodus*3: In de modus <a> kunt u Auto ISO gebruiken om een vaste ISO-snelheid in te stellen.*4: Werkt alleen vó
348z: Opname 1 (rood) PaginaMenu-instellingenVoor opnamen met de zoeker en Live view-opnamenBeeldkwaliteit1 / 41 / 6111973 / 83 / 74 / 84 / 7a / 8a /
349Menu-instellingenz: Opname 2 (rood) Pagina* Tijdens filmopnamen is [Bel.corr./AEB] ingesteld op [Bel.correctie].z: Opname 3 (rood)* De opties [Meer
35De camera inschakelenWanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, heeft het batterijniveau een van de volgende zes niveaus. Een knipperend batte
350Menu-instellingenz: Opname 4* (rood) Pagina* In de modus <A> vindt u deze menuopties onder [z2].2: AF1 (paars)2: AF2 (paars)Live view-opname.
351Menu-instellingen2: AF3 (paars) Pagina2: AF4 (paars)2: AF5 (paars)USM-obj., elektronische MFInschakelen na One-Shot AF / Uitschakelen na One-Shot A
352Menu-instellingen3: Weergave 1 (blauw) Pagina3: Weergave 2 (blauw)3: Weergave 3 (blauw)* Deze instelling is gekoppeld aan de [tijdcode] die is opge
353Menu-instellingen5: Instellingen 1 (geel) Pagina5: Instellingen 2 (geel)* Werk de camerafirmware bij als [Instellingen GPS-systeem] niet wordt weer
354Menu-instellingen5: Instellingen 3 (geel) Pagina5: Instellingen 4 (geel)8: Persoonlijke voorkeuze (oranje)9: My Menu (groen)Videosysteem NTSC / PAL
355Menu-instellingenz: Opname 4*1 (Movie) (rood) Pagina*1: In de modus <A> vindt u deze menuopties onder [z2].*2: In de modus <A> is dit [
356SysteemschemaCR1616-lithiumbatterijvoor datum/tijdBrede draagriemEW-EOS5DMKIIIStandaard-accessoiresBatterijLP-E6BatterijgreepBG-E11BatterijopladerL
357SysteemschemaHoofdtelefoonGPS-ontvangerGP-E2CF-kaartSD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaartKaartlezerEthernetpoortUSB-poortAdapter draadloos LANEF-objectieven
358Raadpleeg bij problemen met de camera eerst het gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met
359Problemen oplossen Als het apparaat wordt uitgeschakeld wanneer er een opname op de kaart wordt opgeslagen, blijft de lees-/schrijfindicator een p
36Als u de camera voor de eerste keer inschakelt of als de datum- en tijdinstellingen zijn gereset, wordt het instelscherm Datum/tijd/zone weergegeven
360Problemen oplossen De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-S-objectieven (pag. 39). Plaats een opgeladen batterij in de camera (p
361Problemen oplossen Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF> (pag. 39). Druk voorzichtig op de ontspanknop om bewegingsonsch
362Problemen oplossen Als u opnamen maakt van een onderwerp met fijne details (bijvoorbeeld een grasveld), wordt het bestand groter en de daadwerkelij
363Problemen oplossen Als u avondopnamen maakt wanneer de achtergrond donker is, wordt de sluitertijd automatisch langer (opname met trage synchronisa
364Problemen oplossen Dit geeft aan dat de interne temperatuur van de camera te hoog is. Wanneer het witte pictogram < > verschijnt, neemt de b
365Problemen oplossen Als u filmopnamen maakt terwijl [Maximum: 25600] is ingesteld voor [ISO-snelh.bereik] en de ISO-snelheid is ingesteld op ISO 16
366Problemen oplossen Om foto's te maken tijdens filmopnamen, is het raadzaam om een CF-kaart te gebruiken die compatibel is met UDMA-overdracht
367Problemen oplossen Ga naar [15 : Bestandsnaam] en selecteer de unieke bestandsnaam van de camera of de bestandsnaam die is vermeld onder Gebruikers
368Problemen oplossen [Eye-Fi instellingen] wordt alleen weergeven wanneer de Eye-Fi-kaart in de camera is geplaatst. Als de Eye-Fi-kaart een schrijfb
369Problemen oplossen Gebruik de stereo-AV-kabel die bij de camera is geleverd (pag. 271). Controleer of de stekker van de stereo-AV-kabel of de HDM
373 De datum, tijd en tijdzone instellen4Stel de gewenste tijdzone in. Draai aan het instelwiel <5> om [Tijdzone] te selecteren. Druk op <0
370Problemen oplossen Als u [Reinig nuf] hebt geselecteerd, maakt de sluiter een geluid maar wordt er geen opname gemaakt (pag. 290). Als u met de a
371Als er zich een probleem met de camera voordoet, wordt er een foutbericht weergegeven. Volg de instructies op het scherm.* Als de fout blijft aanho
372•TypeType: Digitale single-lens AF/AE-spiegelreflexcameraOpnamemedia:CF-kaart (Type I, compatibel met UDMA mode 7), SD-geheugenkaart, SDHC-geheugen
373SpecificatiesRuisreductie: Van toepassing op lange belichtingstijden en opnamen met een hoge ISO-snelheidAutomatische helderheidscorrectie: Auto Li
374SpecificatiesAF-fijnafstelling: AF-fijnafstelling (Alles even veel, Per lens afstellen)AF-hulplicht:geactiveerd door de externe Speedlite voor EOS-
375Specificaties• SluiterType: Elektronisch gestuurde focal-planesluiterSluitertijden: 1/8000 tot 1/60 seconde. (modus Automatisch/scène), X-synchroni
376Specificaties• Live view-opnamenBeeldverhoudinginstellingen: 3:2, 4:3, 16:9, 1:1Scherpstelmodi: Live-modus, Live-modus met gezichtsherkenning (cont
377SpecificatiesMeetbereik:BW 0 - 20 (bij 23 °C met EF 50mm f/1.4 USM-objectief, ISO 100)Belichtingscontrole: 1. Automatische belichting, 2. AE met sl
378SpecificatiesBeeld roteren: MogelijkClassificaties: BeschikbaarFilmweergave: Ingeschakeld (LCD-scherm, video/audio OUT, HDMI OUT), ingebouwde luids
379SpecificatiesDraadloze afstandsbediening: Afstandsbediening RC-6Eye-Fi-kaart: Compatibel• VoedingBatterij: Batterij LP-E6 (1 stuk)* Wisselstroom vi
381Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven.2Selecteer op het tabblad [52] [TaalK]. Druk op de knop <Q
380Specificaties• Batterijoplader LC-E6Compatibele batterij: Batterij LP-E6Oplaadtijd: Circa 2 uur en 30 min.Nominaal ingangsvermogen:100-240 V AC (50
381Specificaties Alle bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de testnormen van Canon en de testcriteria en richtlijnen van CIPA (Camera & Imaging
382Het gebruik van echte Canon-accessoires wordt aanbevolenDit product levert uitstekende prestaties wanneer het wordt gebruikt met echte Canon-access
383VeiligheidsmaatregelenVoorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheids-maatregelen op te volgen en de apparatuur
384• Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen bloot komen te liggen, raak deze dan niet aa
385Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie (en EER).Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (200
386BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES1. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES — Deze handleiding bevat belangrijke informatie over veiligheid en bedieningsinstructi
38915VerkortesoftwarehandleidingIn dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de software op de bij de camera geleverde EOS Solution Disk (cd-rom)
39De camera is compatibel met alle Canon EF-objectieven. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-S-objectieven.1Verwijder de doppen.
390Verkorte softwarehandleidingEOS Solution DiskDeze cd bevat de volgende software voor EOS-camera's.Communicatiesoftware voor de camera en de co
391Verkorte softwarehandleidingCompatibele besturingssystemen1Controleer of de camera niet op uw computer is aangesloten.2 Plaats de EOS Solution Disk
392Verkorte softwarehandleidingCompatibele besturingssystemen1Controleer of de camera niet op uw computer is aangesloten.2 Plaats de EOS Solution Disk
393Verkorte softwarehandleiding[WINDOWS]EOS Software Instruction Manuals DiskKopieer de instructiehandleidingen (pdf) op de cd naar de computer.1 Plaa
39410-sec. of 2 sec. vertraging ...1131280x720...2311920x1080...2311-beeld
395IndexBB (Bulb) ...172, 218B/W (Z/W) ...131, 134Batterij...28,
396IndexFilm...217AE met diafragmavoorkeur...220AE met sluitervoorkeur ...219AE-vergrendelin
397IndexHandmatige witbalans...138HD...231, 268HDMI...259, 268
398IndexLOCK...47Luidspreker...261MM (Handmatige belichting) ...
399IndexOpname-instellingen, scherm ...48, 337Opnamekwaliteit ...119Opnamemodus ...
4Pictogrammen in deze handleiding<6> : Het hoofdinstelwiel.<5> : Het snelinstelwiel.<9> : De multifunctionele knop.<0> : De in
40Een objectief bevestigen en verwijderenOm in of uit te zoomen draait u de zoomring op het objectief met uw vingers.Als u wilt in- of uitzoomen, doe
400IndexsRGB ...158Statiefbevestigingspunt...20Stille opnameContinue opname...
401IndexZZelfontspanner ...113, 186Zoeker...23Digitale horizon...59, 329D
INSTRUCTIEHANDLEIDINGCEL-SS5MA280 © CANON INC. 2012 GEDRUKT IN DE EUDeze instructiehandleiding is geldig vanaf januari 2012. Voor informatie over de c
41Een objectief bevestigen en verwijderenWanneer u de speciale lenskap EW-83H op het EF 24-105mm f/4L IS USM-objectief bevestigt, wordt ongewenst lich
42Wanneer u de ingebouwde Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het IS-objectief gebruikt, wordt bewegingsonscherpte gecorrigeerd om scherpere opna
43Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het lastig is om
44BasisbedieningDe ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken en u kunt de ontspanknop helemaal indrukken.Half indrukkenHier
45BasisbedieningDraai aan het programma-keuzewiel terwijl u de ver-/ontgrendelknop van het programmakeuzewiel in het midden ingedrukt houdt.(1) Druk o
46Basisbediening(1) Druk op een knop en draai aan het instelwiel <5>.Wanneer u op een knop zoals <n>, <o> of <m> drukt, blijft
47BasisbedieningDe <9> heeft acht pijltoetsen en een knop in het midden. Met deze knop kunt u het AF-punt selecteren, de witbalans corrigeren, h
48BasisbedieningSchakel de verlichting van het LCD-paneel in (9) of uit door op de knop <U> te drukken. Wanneer u bij een bulb-opname de ontspan
49U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD-scherm rechtstreeks selecteren en instellen. Dit wordt het scherm Snel instellen genoemd.
5Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd.HoofdstukkenInleiding2Aan de sl
50Q Snel instellen voor opnamefuncties Selecteer de gewenste functie en druk op <0>. Het scherm met instellingen voor de functie wordt weergegev
51In de menu's kunt u verschillende functies instellen, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, geb
523 Menugebruik1Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven.2Selecteer een tabblad. Telkens als u op de knop
53Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren.Wanneer de geheugenkaa
54Voordat u begint De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of ge
55Voordat u begintOm de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt. Als u n
56Voordat u begintDe opname-instellingen en menu-instellingen van de camera kunnen worden teruggezet op de standaardinstellingen.1Selecteer [Wis alle
57Voordat u begintInstellingen voor opnamekwaliteit AF-instellingenBeeldkwaliteit 73Case 1 - 6*Case1/Parameter-instellingen voor alle cases gewistBeel
58Voordat u begintCamera-instellingenInstellingen voor Live view-opnamenUitschakelen 1 min.Live view-opnamenInschakelenPieptoon Inschakelen AF-modus L
59U kunt in de zoeker en op het LCD-scherm een raster en een digitale horizon weergeven om de kanteling van de camera te helpen corrigeren.1Selecteer
61Inleiding 2Controlelijst onderdelen... 3Symbolen en afspraken die in deze handleidi
60Het raster en de digitale horizon weergeven1Druk op de knop <B>. Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt de schermweergave vernieuwd.
61Wanneer [zHelp] wordt weergegeven onder in het menuscherm, kan de Uitleg worden weergegeven. De Uitleg wordt weergegeven wanneer u de knop <B>
62
632Foto's maken metbasisfunctiesIn dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de modus <A> (Automatisch/scène) van het programmakeuzewiel kunt ge
64<A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. De camera detecteert of het
65A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène)4Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.X De opname wordt 2 second
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène)66 De weergegeven sluitertijd knippert.Omdat het te donker is, kan het onderwerp onscherp worden do
67Positioneer het onderwerp links of rechts, afhankelijk van de gehele opname, om te zorgen voor een gebalanceerde achtergrond en een goed perspectief
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène)68U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet 'Live view
693De AF- entransportmodi instellenDoor de 61 AF-punten in de zoeker is het mogelijk om op veel verschillende onderwerpen en in allerlei omstandighede
7Inhoudsopgave234Foto's maken met basisfuncties 63A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) ...64A Volautomatische technieken (A
70U kunt de AF-modus selecteren die het beste bij de opnameomstandigheden en het onderwerp past. In de modus <A> wordt "AI Focus AF" a
71f: De AF-modus selecterenNDeze AF-modus is geschikt voor bewegende onderwerpen waarbij de focusafstand telkens verandert. Zolang u de ontspanknop ha
72Er zijn 61 AF-punten beschikbaar voor automatische scherpstelling. U kunt een of meer AF-punten selecteren die bij de opnameomstandigheden en het on
73S Het AF-gebied selecterenNAF-gebiedsuitbreiding (handmatige selectie, omringende punten)Het handmatig geselecteerde AF-punt <S> en de omringe
74S Het AF-gebied selecterenNU kunt het AF-punt of de AF-zone ook handmatig selecteren. Met 61-punts automatische selectie-AF kunt u het start-AF-punt
75Dit is hetzelfde als Eén-punts AF, maar het geselecteerde AF-punt <O> dekt een kleiner scherpstelgebied. Dit is effectief voor nauwkeurig sche
76AF-gebiedselectiemodiNHet handmatig geselecteerde AF-punt <S> en de aangrenzende AF-punten <w> worden gebruikt om mee scherp te stellen.
77AF-gebiedselectiemodiNAlle AF-punten worden gebruikt om mee scherp te stellen. Deze modus wordt in de modus <A> automatisch ingesteld.Wanneer
78De AF-sensor van de camera heeft 61 AF-punten. De onderstaande afbeelding toont het AF-sensorpatroon dat met elk AF-punt overeenkomt. Bij objectieve
79Automatische scherpstelling met 61 punten is mogelijk. Alle AF-gebiedselectiemodi zijn selecteerbaar.: Dubbel AF-kruismetingspunt. Het onderwerp wor
8Inhoudsopgave56Instellingen voor ruisreductie... 143Lichte tonen prioriteit...
80Objectieven en bruikbare AF-punten* Handmatig scherpstellen zonder kanteling/verschuiving.Automatische scherpstelling met 61 punten is mogelijk. All
81Objectieven en bruikbare AF-punten* Handmatig scherpstellen zonder kanteling/verschuiving.Automatische scherpstelling met 61 punten is mogelijk. All
82Objectieven en bruikbare AF-puntenAutomatische scherpstelling met 61 punten is mogelijk. Alle AF-gebiedselectiemodi zijn selecteerbaar.: AF-kruismet
83Objectieven en bruikbare AF-puntenAutomatische scherpstelling is met slechts 47 punten mogelijk. (Niet mogelijk met alle 61 AF-punten.) Alle AF-gebi
84Objectieven en bruikbare AF-puntenAutomatische scherpstelling is met slechts 33 punten mogelijk. (Niet mogelijk met alle 61 AF-punten.) Alle AF-gebi
85U kunt AI Servo AF gemakkelijk op een specifiek onderwerp of een specifieke scène afstemmen door simpelweg uit case 1 t/m case 6 te kiezen. Deze fun
863 AI Servo AF-kenmerken (voor een onderwerp) selecterenNStandaardinstelling geschikt voor elk willekeurig bewegend onderwerp. Werkt bij een groot aa
873 AI Servo AF-kenmerken (voor een onderwerp) selecterenNZodra een AF-punt het onderwerp begint te volgen, zorgt deze instelling ervoor dat de camera
883 AI Servo AF-kenmerken (voor een onderwerp) selecterenNZelfs wanneer het onderwerp zich met hoge snelheid omhoog, omlaag, naar links of naar rechts
893 AI Servo AF-kenmerken (voor een onderwerp) selecterenNBedoeld voor het volgen van onderwerpen die plotseling enorm van snelheid kunnen veranderen.
9Inhoudsopgave789Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen)197A Opnamen maken met het LCD-scherm...198Instell
903 AI Servo AF-kenmerken (voor een onderwerp) selecterenN TrackinggevoeligheidBepaalt de gevoeligheid bij het volgen van het onderwerp tijdens AI Se
913 AI Servo AF-kenmerken (voor een onderwerp) selecterenN Versn./vertr. trackingDit bepaalt de gevoeligheid voor het volgen van bewegende onderwerpe
923 AI Servo AF-kenmerken (voor een onderwerp) selecterenN AF-punt aut. schak.Dit bepaalt de gevoeligheid voor het wisselen van AF-punten bij het vol
933 AI Servo AF-kenmerken (voor een onderwerp) selecterenNU kunt de drie parameters van elke case (1. Trackinggevoeligheid, 2. Versn./vertr. tracking
94Met de menutabbladen [22] t/m [25] kunt u de AF-functies instellen die bij uw fotografeerstijl of onderwerp passen.U kunt de eigenschappen instellen
953 AF-functies aanpassenNU kunt de eigenschappen instellen voor de automatische scherpstelling en de ontspantiming tijdens het maken van continuopnam
963 AF-functies aanpassenNVoor de onderstaande objectieven met een elektronische scherpstelring kunt u instellen of u van deze ring gebruik wilt maken
973 AF-functies aanpassenNHiermee schakelt u het AF-hulplicht van de Speedlite voor EOS-camera's in of uit.ON: InschakelenDe externe Speedlite ac
983 AF-functies aanpassenNAls niet kan worden scherpgesteld met automatische scherpstelling, kunt u de camera naar de juiste scherpstelling laten zoek
993 AF-functies aanpassenN: 15 puntenVijftien belangrijke AF-punten zijn handmatig selecteerbaar.: 9 puntenNegen belangrijke AF-punten zijn handmatig
Commentaires sur ces manuels