
141
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-
modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Beelden opslaan op een computer
Voorbereidingen voor het registreren van een
computer
De computeromgeving controleren
De camera kan via Wi-Fi verbinding maken met computers met de
volgende besturingssystemen. Voor uitgebreide informatie over
systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe
besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon.
● Windows 8/8.1
● Windows 7 SP1
● Mac OS X 10.9
● Mac OS X 10.8.2 of later
● De Windows 7-edities Starter en Home Basic worden niet
ondersteund.
● Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse
versie) is een afzonderlijke download en installatie van Windows
Media Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt.
1
Download de software.
z Ga met een computer met
internetverbinding naar
http://www.canon.com/icpd/.
z Ga naar de site voor uw land of regio.
z Download de software.
5
Congureer de privacyinstellingen
en verzend de beelden.
z Volg stap 5 – 6 bij “Een smartphone
toevoegen met het Wi-Fi-menu” (
=
139)
om de privacyinstellingen te congureren
en de beelden te verzenden.
Eerdere toegangspunten
Om automatisch opnieuw verbinding te maken met een eerder
toegangspunt, volgt u stap 3 bij “Verzenden naar een smartphone die
is toegewezen aan de knop” (
=
137) of stap 4 bij “Een smartphone
toevoegen met het Wi-Fi-menu” (
=
139).
● Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander
netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot
stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera Access Point modus].
● Om automatisch opnieuw verbinding te maken met een eerder
toegangspunt, volgt u de procedure bij “Een ander toegangspunt
gebruiken” (
=
140) vanaf stap 5.
● Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk]
in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand
wordt gebracht en volgt u de procedure bij “Een ander toegangspunt
gebruiken” (
=
140) vanaf stap 4.
Commentaires sur ces manuels