
140
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-
modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Een ander toegangspunt gebruiken
Als u de camera met een smartphone verbindt met behulp van de knop [ ]
of via het Wi-Fi-menu, kunt u ook een bestaand toegangspunt gebruiken.
1
Bereid de verbinding voor.
z Open het scherm [Wachten op verbinding]
door stap 1 – 3 te doorlopen van
“Verzenden naar een smartphone die
is toegewezen aan de knop” (
=
137)
of stap 1 – 4 van “Een smartphone
toevoegen met het Wi-Fi-menu”
(
=
139).
2
Verbind de smartphone met het
toegangspunt.
3
Selecteer [Ander netwerk].
z Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [
] om [Ander netwerk]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [
].
z Er wordt een lijst met waargenomen
toegangspunten weergegeven.
4
Maak verbinding met het
toegangspunt en selecteer de
smartphone.
z Bij toegangspunten die WPS
ondersteunen, maakt u verbinding met
het toegangspunt en selecteert u de
smartphone zoals wordt beschreven
bij stap 5 – 8 van “WPS-compatibele
toegangspunten gebruiken” (
=
143).
z Bij toegangspunten die WPS niet
ondersteunen, volgt u stap 2 – 4 van
“Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst” (
=
145) om verbinding te
maken met het toegangspunt en de
smartphone te kiezen.
● Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 5. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 5.
● Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de
bijbehorende privacyinstelling op de camera aanpassen
(
=
158).
● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [
][ ] te drukken om
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [
] te drukken.
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [
][ ] te drukken en
vervolgens de instelling te congureren.
● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest
u MENU (
=
32) ► tabblad [ 4] ► [Instellingen Wi-Fi] ►
[Doelhistorie] ► [Uit].
● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de
beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt (
=
152).
Commentaires sur ces manuels