69
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
3
Andere opnamestanden
4
P-modus
6
Afspeelmodus
7
Wi-Fi-functies
8
Menu Instellingen
9
Accessoires
10
Bijlage
Index
5
Tv-, Av- en M-modus
● [Servo AF] (
=
69) is ingesteld op [Aan] en kan niet worden
gewijzigd.
● Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
● [AF-Punt Zoom] op het tabblad [
] is niet beschikbaar.
● [
] is niet beschikbaar.
● De camera kan zelfs onderwerpen detecteren wanneer
u de ontspanknop half ingedrukt houdt zonder op de knop
[
] te drukken. Nadat u de opname hebt gemaakt, wordt [ ]
weergegeven in het midden van het scherm.
● Houd de knop [
] minstens een seconde ingedrukt als
u opnamen maakt in de modus [
] (
=
66).
Opnamen maken met Servo AF
Foto's
Films
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto's mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en
de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1
Configureer de instelling.
● Druk op de knop [ ], selecteer
[Servo AF] op het tabblad [ ] en
selecteer vervolgens [Aan] (
=
29).
2
Stel scherp.
● De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen
(AF Tracking)
Foto's
Films
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
1
Selecteer [AF Tracking].
● Voer de stappen bij “De modus AF Frame
wijzigen” (
=
68) uit om [AF Tracking] te
selecteren.
● [
] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2
Kies een onderwerp waarop u wilt
scherpstellen.
● Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp valt en druk op de
knop [
].
● De camera piept en [
] verschijnt
zodra het onderwerp is gedetecteerd.
De camera blijft het onderwerp binnen
een bepaald bereik volgen, zelfs als het
onderwerp beweegt.
● [
] wordt weergegeven wanneer geen
onderwerp is gedetecteerd.
● Druk nogmaals op de knop [
] om het
volgen te stoppen.
3
Maak de opname.
● Druk de ontspanknop half in.
[
] verandert in een blauw [ ] dat het
onderwerp volgt terwijl de scherpstelling
en belichting worden aangepast
(Servo AF) (
=
69).
● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
● Zelfs nadat de opname is gemaakt, wordt
[
] nog steeds weergegeven en blijft de
camera het onderwerp volgen.
Commentaires sur ces manuels