81
De camera kan gezichten en onderwerpen die in bepaalde
opnameomstandigheden te donker zijn, automatisch herkennen
en de helderheidsniveaus compenseren tijdens het fotograferen.
Selecteer [i-Contrast].
● Druk op de knop n en selecteer
[i-Contrast] op het tabblad 4. Selecteer
vervolgens [Auto] met de knoppen qr.
X @ verschijnt op het scherm (p. 42).
@ Donkere onderwerpen lichter
weergeven (i-Contrast)
In sommige omstandigheden kan het beeld grof lijken of is de belichting
niet geschikt.
U kunt opgeslagen opnamen corrigeren (p. 100).
Commentaires sur ces manuels