Beelden afdrukken
210
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste beeldgebied
afdrukken in plaats van het hele beeld.
Selecteer [Trimmen].
Voer eerst stap 1 op p. 209 uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen] en
druk op de knop m.
Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat
het af te drukken beeldgebied aanduidt.
Pas het kader naar wens aan.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Als u het kader wilt verplaatsen, drukt u op
de knoppen opqr.
Om het kader te draaien, draait u aan de
knop 7.
Als u klaar bent, drukt u op de knop m.
Stand. Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum.
File No.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een
bestandsnummer.
Beide
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum en
een bestandsnummer.
Uit —
Stand. Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Uit —
Aan
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de
afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1 Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Aantal
exemplaren
Hiermee selecteert u het aantal af te drukken exemplaren.
Trimmen
—
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt
afdrukken (zie hieronder).
papier inst.
—
Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en andere
gegevens op (p. 211).
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken (Trimmen)
Commentaires sur ces manuels