64
1
Zet de keuzeschakelaar op .
2
Druk op de knop FUNC.
3
Selecteer in het menu FUNC.
een menuoptie met behulp
van de pijltoetsen en
en selecteer vervolgens de
gewenste instelling met
behulp van de pijltoetsen
en .
4
Druk op de knop FUNC.
5
Maak de opname.
2.
FUNC.
Opnamen maken – geavanceerde functies
Menu's en instellingen selecteren
Instellingen selecteren met behulp van de knop FUNC. (alleen in opnamemodus)
De standaardinstelling wordt
tussen haakjes ( ) weergegeven.
3.
Selecteer in het menu
FUNC.
een menuoptie met behulp van
de pijltoetsen en en selecteer vervolgens de gewenste
instellingen met de pijltoetsen en .
4.
FUNC
.
5.
Maak de
opname.
Belichtingscompensatie (±0) (p. 80)
Witbalans ( ) (p. 81)
Transportmodus ( ) (p. 47)
Foto-effect ( ) (p. 85)
Flitsintensiteit ( ) (p. 86)
Resolutie ( ) (p. 40)
Resolutie ( ) (Films) (p. 40)
Compressie ( ) (p. 40)
Lichtmeting ( ) (p. 79)
ISO-waarde ( ) (p. 84)
Commentaires sur ces manuels